I de buren zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈbyrə(n) ] Afbreekpatroon: bu·ren bewoners van de huizen in de buurt van jouw huis Voorbeelden: 'de buren van hiernaast' , 'bovenburen' Synoniemen: omwonenden wijkbewoners Spreekwoorden en zegswijzen • het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te ... Gevonden op https://woorden.org/woord/buren
1) Gelderse oranjestad 2) Naaste bewoners 3) Naasten 4) Gemeente in Gelderland 5) Plaats in Gelderland 6) Nabijwonenden 7) Sociale relaties 8) Plaats op Ameland 9) Omwoners 10) Plaats in Nederland 11) Plaats in Friesland 12) Gemeente in Nederland 13) Plaats in de Betuwe 14) Plaats in de Benelux 15) Omwonende mensen Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Buren/1