extract uit de acacia catechu, als samentrekkend en bloedstelpend middel gebruikt, ook in de Europese pharmacopae; ook als ingrediënt van de sirihpruim. Maleis katju. Zie Kern II, blz. 8 noot 4 en Yule-Burnell in voce. GM1: de pinangnoot, noot van de areca catechu [ook: caetcha, caetsjo, catchiouw, katju; zie ook: areka]. Gevonden op http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/