
de christoloog zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: chris·to·loog Verbuigingen: christologen (meerv.) Verbuigingen: christoloogje (verkleinwoord) 
 theoloog van de persoon van Christus .
Gevonden op 
https://www.woorden.org/woord/christoloog
  Geen exacte overeenkomst gevonden.