de contour zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɔn'tur ] Afbreekpatroon: con·tour Verbuigingen: contouren (meerv.) 1) afbeelding van de buitenkant van iets Voorbeelden: 'In de nevel zag je vaag de contouren van de kerktoren.' , 'Contourverlichting maakt vrachtwagens ´s nachts beter zichtbaar.' Synoniemen: : silhouet, omtrek 2) Gevonden op https://woorden.org/woord/contour
Let op: Spelling van 1858 Fr., omtrek, kring. Contoureren, contourneren, omtrekken, eenen omtrek maken. Gecontourneerd, verdraaid; (in de wapenkunde) links gekeerd Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/