corrigeren werkw. Uitspraak: [ kɔriˈʒerə(n) ] Afbreekpatroon: cor·ri·ge·ren Vervoegingen: corrigeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecorrigeerd (volt.deelw.) kijken of er iets fout of verkeerd is en verbeteren Voorbeelden: 'een tekst corrigeren' , 'je lichaamshouding corrigeren' , 'Als ik iets verkeerd doe, corrigeer je me... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/corrigeren