de etenstijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈetə(n)stɛit ] Afbreekpatroon: etens·tijd Verbuigingen: etenstijden (meerv.) tijdstip waarop de meeste mensen gaan eten Voorbeeld: 'Vóór etenstijd moet je thuis zijn.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/etenstijd