
Vakterm voor het enige dagen (niet te lang) laten besterven van haarwild: hert, ree, haas, wild konijn; wild gevogelte, hazelhoon, houtsnip, fazant, patrijs'. Ook sommige vis, bijv. rog. De taaiheid verdwijnt en het vlees ontwikkelt een bijzonder fijne smaak bij het bereiden. Bestorven wild en gevogelte heet adellijk. Zie mortifier. Fr. Faisander
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10877

Vakterm voor het enige dagen (niet te lang) laten besterven van haarwild: hert, ree, haas, wild konijn; wild gevogelte, hazelhoon, houtsnip, fazant, patrijs'. Ook sommige vis, bijv. rog. De taaiheid verdwijnt en het vlees ontwikkelt een bijzonder fijne smaak bij het bereiden. Bestorven wild en gevogelte heet adellijk. Zie mortifier. Fr. Faisander
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10945

afhangen of besterven: Vlees en met name wild moet na het moment van slachten nog een tijd rusten (rijpen) alvorens het kan verwerkt worden. Bij het langdurig laten afhangen van wild (het laten besterven van wild) spreekt men ook wel van faisanderen of ‘adellijk’ laten worden van wild.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10945
Geen exacte overeenkomst gevonden.