de heef zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: heven Verbuigingen: heefje 1) driehoekig schepnet 2) een paal met een windwerk bestaande uit een spaakwiel op een as die wordt gebruikt om de kap van een hooiberg op-en-neer te bewegen 
1) Zuurdesem 2) Gebbe 3) Schepnet voor de binnenwateren 4) Schepnet 5) Opslagplaats 6) gereedschap 
schepnet (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een 'heef' of 'heeft' (van het werkwoord 'heffen', 'optillen') is een paal met een windwerk bestaande uit een spaakwiel op een as die wordt gebruikt om de kap van een hooiberg op-en-neer te bewegen. De heef wordt bij een hoekpunt van de kap geplaatst, waarna aan het spaakwiel wordt gedraaid.
[Vergeten woorden] (o. helven) steel van een bijl [= Twents helf, Engels helve]
Vlaamse term voor de stapeling aan de voorzijde van het vlak van Belgische Bovenschepen .