
Spreekwoorden: (1914)
Hij heeft de klok hooren luiden, maar weet niet waar de klepel hangt,d.w.z. hij heeft iets van de zaak vernomen, doch het rechte, het fijne weet hij er niet van; eig. hij heeft eene klok hooren luiden, maar weet niet waar ze hangt, waar het geluid vandaan komt. In Zuid-Nederland zegt men ook voor he...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Hij heeft de klok hooren luiden, maar weet niet waar de klepel hangt,d.w.z. hij heeft iets van de zaak vernomen, doch het rechte, het fijne weet hij er niet van; eig. hij heeft eene klok hooren luiden, maar weet niet waar ze hangt, waar het geluid vandaan komt. In Zuid-Nederland zegt men ook voor he...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.