
de huisgenoot zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hœysxənot ] Afbreekpatroon: huis·ge·noot Verbuigingen: huisgenoten (meerv.) de huisge - note zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'hœysxə - notə ] Afbreekpatroon: huis·ge·noot Verbuigingen: huisgenoten, huisgenotes (meerv.)
iemand met wie je een woning deelt Voorbeelden: 'badkamer en keuken del...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/huisgenoot

1) Medebewoner 2) Medebewoner van hetzelfde huis 3) Iemand die bij je woont 4) Gezinslid
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Huisgenoot/1

iemand met wie men hetzelfde huis deelt; iemand die in hetzelfde huis woont gezelschapsdier dat iemand in huis heeft, vooral een hond of een kat; huisdier
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/huisgenoot

personen- en familierecht: persoon die met anderen hetzelfde huis bewoont. ...
Gevonden op
https://juridischwoordenboek.nl?zoek=huisgenoot

'Huisgenoot' is een Afrikaanstalig gezinstijdschrift, dat wekelijks in Zuid-Afrika en Namibië wordt uitgegeven. Huisgenoot heeft ook twee dochterbladen: 'Huisgenoot-Pols' en 'Huisgenoot-Tempo'.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Huisgenoot
Geen exacte overeenkomst gevonden.