ikzelf pronoun Uitspraak: [ ɪk'sɛlf ] Afbreekpatroon: ik·zelf <je zegt dit woord als je iets met nadruk zegt over jezelf> Voorbeelden: 'Mijn buren zijn aardig, ikzelf probeer dat ook te zijn.' , 'Ze klagen erover, maar ikzelf heb er geen last van.' Synoniemen: zelf zelve Gevonden op https://woorden.org/woord/ikzelf