
de improvisator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: im·pro·vi·sa·tor Verbuigingen: improvisatoren<br>improvisators (meerv.) Verbuigingen: improvisatortje (verkleinwoord)
iemand die improviseert . 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/improvisator
1) iemand die onvoorbereid optreedt voor een publiek en ter plaatse bedenkt wat hij zegt, ten gehore brengt of vertoont; iemand die bij optredens improviseert
2) iemand die in een onverwachte situatie op het ogenblik zelf een oplossing bedenkt; iemand die in situaties improviseert
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/improvisator
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Latijn),
onvoorbereid spreker,
zanger, inzonderheid iemand, die voor de vuist een gegeven onderwerp in dichtmaat behandelt; het eerst ingevoerd door Petrarcha († 1374), en nog steeds een geliefkoosd vermaak bij de Italianen. De beroemdste improvisatori of mannelijke im...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0013.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.