
Spreekwoorden: (1914)
In de fuik zijn,d.i. verloofd of getrouwd zijn. Een fuik is een langwerpige korf, waarmede men in stilstaand water paling vangt, die in de fuik ‘loopt’. Hij nu, die verloofd of getrouwd is, wordt schertsenderwijs vergeleken bij een visch, die in de fuik gevangen zit. Ook de Romeinen gebr...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
In de fuik zijn,d.i. verloofd of getrouwd zijn. Een fuik is een langwerpige korf, waarmede men in stilstaand water paling vangt, die in de fuik ‘loopt’. Hij nu, die verloofd of getrouwd is, wordt schertsenderwijs vergeleken bij een visch, die in de fuik gevangen zit. Ook de Romeinen gebr...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.