
de inburgeraar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: in·bur·ge·raar Verbuigingen: inburgeraars (meerv.)
Iemand die inburgert, meestal een allochtoon die een cursus doet over taal en samenleving van het nieuwe land waarin hij woont. . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/inburgeraar

iemand, meestal afkomstig uit een land buiten de EU, die inburgeringsplicht heeft en meedoet aan een inburgeringsprogramma
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/inburgeraar
Geen exacte overeenkomst gevonden.