de input zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɪmput ] Afbreekpatroon: in·put Verbuigingen: inputs (meerv.) 1) wat een bijdrage levert (aan iets) Voorbeelden: 'input leveren voor een kennisbank over ouderenzorg' , 'input van alle deskundigen vragen voor de ontwikkeling van een nieuwe strategie' Synoniemen: : bijdrage, inbreng 2)
1) Aanvoer 2) Invoer 3) Toevoer 1) Beschikbaar gesteld bedrag 2) Bijdrage 3) Computerterm 4) Gegevensinvoer 5) Gegevensinvoer in een computer 6) Inbreng 7) Invoer 8) Invoer computer 9) Invoer in een computer 10) Invoer van data 11) Invoer van gegevens 12) Toegevoegd vermogen 13) Toegevoegde gegevens 14) Toegevoerd kapitaal 15) Toevoer van informatie aan een pc 
binnenkomende informatie (toon de herkomst via de etymologiebank)
Invoer van een programma. Er zijn diverse bronnen van input, zoals het toetsenbord, een bestand of de communicatiepoort.
Met `Input` bedoelt men de cryptovaluta die in de portefeuille wordt ontvangen. Als de cryptovaluta weer wordt uitgeven, wordt de `input` als bewijs gebruikt dat men werkelijk over het benodigde volume aan cryptovaluta beschikt. In dit geval spreekt men over `output`.
wat toegevoerd wordt
Invoer van een programma.
Ingave van gegevens in de computer.
Invoer van een programma. Er zijn diverse bronnen van input, zoals het toetsenbord, een bestand of de communicatiepoort.