klaarkomen werkw. Uitspraak: [ ˈklarkomə(n) ] Afbreekpatroon: klaar·ko·men Vervoegingen: kwam klaar (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is klaargekomen (volt.deelw.) 1) bijna klaar (1) zijn Voorbeelden: 'Ik ben net klaargekomen met mijn werk.' , 'Dat karwei komt vandaag klaar.' Synoniem: gereedkomen 2) seksueel bevredi...
1) Een orgasme krijgen 2) Ejaculeren 3) Gereedkomen 4) Orgasme 5) Slagen 6) Zijn doel bereiken 1) Ejaculeren 2) Slagen 
gereedkomen, volbrengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
een orgasme krijgen vb: hij is bij die vrijpartij wel klaargekomen, maar zij niet
een orgasme hebben - Jaar van herkomst: 1914 (GVD )
Zie orgasme.