de tocht zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tɔxt ] Verbuigingen: tochten (meerv.) 1) hinderlijke luchtstroom in een ruimte Synoniem: trek op de tocht zitten (de luchtstroom langs voelen komen) op de tocht staan ((van iets dat gepland is) mogelijk niet doorgaan) 'De verhuisplannen staan op de tocht.' 2) reis Voorbeelde... Gevonden op https://woorden.org/woord/tocht
koude luchtstroom als twee ramen of deuren openstaan vb: doe deur dicht, ik zit op de tocht iets op de tocht zetten [het onzeker maken] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
1a> smalle vaart , die aan beide einden aansluiting op andere bevaarbare wateren heeft. Ook tochtsloot of sloot genoemd. De veronderstelling dat de tocht of tochtsloot bevaarbaar is, vindt mogelijk zijn oorsprong bij van Lennep `s Zeemanswoordenboek, die ondermeer stelt: `Tochtsloot` = Breede sloot, waar men een vrijen doortocht heeft en `Tochts...... Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=tocht
Verbindingssloot tussen de poldersloten (of kavel- of heinsloten) en de poldervaart in droogmakerijen. Ook wel zeeg genoemd. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10414