klappertanden werkw. Uitspraak: [ ˈklɑpərtɑndə(n) ] Afbreekpatroon: klap·per·tan·den Vervoegingen: klappertandde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geklappertand (volt.deelw.) rillen en onwillekeurig snel met de tanden op elkaar slaan Voorbeeld: 'klappertanden van de kou' Synoniemen: bibberen kleumen koulijden 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/klappertanden
ongewild de tanden van de bovenkaak en de onderkaak klapperend tegen elkaar bewegen, tegen elkaar doen slaan, als gevolg van en in reactie op de kou, koorts, een ziekte, een aandoening of een heftige emotie, zoals angst of opwinding; zonder het te willen met de tanden klapperen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/klappertanden