kleine boom, brandhout - Voorbeeld: ‘Ik zag hem (= de ceder), bij toeval, al staat hij bloot en blak, hoog uit, met opene takken, als een donkere reus tussen de andere bomen die nietig kleinhout schijnen nevens hem’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php