liniëren werkw. Afbreekpatroon: li·ni·e·ren Vervoegingen: linieerde (verl.tijd ) Vervoegingen: gelinieerd (volt.deelw.) iets van lijntjes voorzien papier Voorbeeld: 'Een gelinieerd schriftje voor de Engelse les op school.' Synoniemen: belijnen 
1) Strepen 2) Lijntjes trekken 3) Belijnen 4) Rechte lijnen trekken over 5) Van lijnen voorzien 6) Evenwijdige lijnen trekken 7) Evenwijdige lijnen trekken op 8) Lijnen 9) Lijnen trekken 10) Regelen 
lijnen
(liniëren, aflijnen of afschrijven) Term uit de codicologie voor het aanbrengen van de bladspiegel, voorafgaand aan het kopiëren. De afstand van de lijnen werd door prikken (prik) aan de rand van het te beschrijven oppervlak aangegeven. Tot de 12e eeuw gebeurde het liniëren meestal ‘blind’, d.w.z. dat de lijnen met een scherp puntig voorwerp...
Etym: Fr. ligner = af-lijnen, liniëren. - Term uit de codicologie voor het aanbrengen van de bladspiegel, voorafgaand aan het kopiëren. De afstand van de lijnen werd door prikken aan de rand van het te beschrijven oppervlak aangegeven. Tot de 12de eeuw gebeurde het liniëren – ook aflijnen of afschrijven genoemd – meestal `b...