
het loonzakje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'lonzɑkjə ] Afbreekpatroon: loon·zak·je Verbuigingen: loonzakjes (meerv.)
klein papieren zakje waarin vroeger weeklonen werden uitbetaald Voorbeeld: 'Als vader op zaterdag thuiskwam met zijn loonzakje moest hij het meteen aan mijn moeder geven.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/loonzakje

1) Envelop met salaris
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Loonzakje/1

zakje, enveloppe met geld dat periodiek (vaak per week of per maand) aan de werknemer werd gegeven voor geleverde arbeid; zakje, enveloppe met daarin het als nettoloon verdiende geld van een werknemer die dat aan het einde van een betaalperiode in ontvangst nam (iemands) inkomen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/loonzakje

Het loonzakje bevatte behalve het geldbedrag soms ook een briefje of loonstrookje waarin de berekening van het nettoloon werd gespecificeerd. In Noord-Brabant werd het loonzakje door getrouwde mannen en thuiswonende jongeren vaak ongeopend aan hun vrouw of moeder gegeven, die hen daaruit een klein 'traktement' gaf. wiki2025 VALUES
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Loonzakje
Geen exacte overeenkomst gevonden.