
het loonzakje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'lonzɑkjə ] Afbreekpatroon: loon·zak·je Verbuigingen: loonzakjes (meerv.)
klein papieren zakje waarin vroeger weeklonen werden uitbetaald Voorbeeld: 'Als vader op zaterdag thuiskwam met zijn loonzakje moest hij het meteen aan mijn moeder geven.' 2 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/loonzakje

1) Envelop met salaris
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Loonzakje/1
1) zakje, enveloppe met geld dat periodiek (vaak per week of per maand) aan de werknemer werd gegeven voor geleverde arbeid; zakje, enveloppe met daarin het als nettoloon verdiende geld van een werknemer die dat aan het einde van een betaalperiode in ontvangst nam
2) (iemands) inkomen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/loonzakje
Geen exacte overeenkomst gevonden.