losbreken werkw. Uitspraak: [ 'lɔsbrekə(n) ] Afbreekpatroon: los·bre·ken Vervoegingen: brak los (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is losgebroken (volt.deelw.) 1) (van een gevangen dier) zich bevrijden Voorbeeld: 'Er is een gorilla losgebroken uit zijn verblijf.' Synoniem: ontsnappen 2) plotseling en hevig beginnen Gevonden op https://www.woorden.org/woord/losbreken