mandateren werkw.Uitspraak: [mɑnda'terə(n)] Verbuigingen: mandateerde (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft gemandateerd (volt.deelw.) (iemand of een commissie) een opdracht geven om namens anderen iets te gaan doen Voorbeeld: `De recht... Gevonden op http://www.woorden.org/woord/mandateren