
de manticus zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: man·ti·cus Herkomst: «Grieks
waarzegger, toekomstvoorspeller Voorbeeld: 'De rondreizende manticus deed voorspellingen aan bijgelovige mensen.' Deze woorden eindigen op manticus: • romanticus ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/manticus
Geen exacte overeenkomst gevonden.