een hoge dienaar van de vorst, rijksbestuurder. Thans de titel voor vele inheemse ambtenaren, zoals mantri-politie, mantri-tjatjar (vaccinateur), mantri-tjandu (opiumverkoper) etc. Maleis; Sanskriet mantrin = raadsheer of minister. GM6: mantri heeft op Java ongeveer de betekenis van ambtenaar [ook: mentry]. Gevonden op http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/