
Spreekwoorden: (1914)
Met open vizier,d.i. openlijk, niet bedekt, zonder zijn naam te verzwijgen; eig. met onbedekt gelaat, gezegd van een ridder, die met opgeslagen vizier (fr. la visière, helmklep) strijdt, zoodat men zijn gelaat kan zien en men weet met wien men te doen heeft; Ndl. Wdb. XI, 513; Harreb. II, 387...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Met open vizier,d.i. openlijk, niet bedekt, zonder zijn naam te verzwijgen; eig. met onbedekt gelaat, gezegd van een ridder, die met opgeslagen vizier (fr. la visière, helmklep) strijdt, zoodat men zijn gelaat kan zien en men weet met wien men te doen heeft; Ndl. Wdb. XI, 513; Harreb. II, 387...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.