
natafelen werkw. Uitspraak: [ 'natafələ(n) ] Afbreekpatroon: na·ta·fe·len Vervoegingen: tafelde na (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft nagetafeld (volt.deelw.)
na het eten nog aan tafel blijven zitten Voorbeeld: 'natafelen met een glas wijn voor de gezelligheid' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/natafelen

1) Na het eten aan tafel blijven zitten 2) Na het eten gezellig blijven napraten 3) Babbelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Natafelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.