het Nedersaksisch zelfst.naamw. Uitspraak: [ nedər'sɑksis ] Afbreekpatroon: Ne·der·sak·sisch streektaal die bestaat uit een groep dialecten in Nederland en Duitsland 2 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Nedersaksisch
• [taal] een groep niet-gestandaardiseerde West-Germaanse Nederduitse variëteiten die in Nederland en Duitsland gesproken wordt. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/Nedersaksisch