de olietanker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'olitɛŋkər ] Afbreekpatroon: olie·tan·ker Verbuigingen: olietankers (meerv.) groot zeeschip dat aardolie vervoert 
1) Boot 2) Groot tansportschip 3) Vaartuig 4) Voertuig 5) Groot transportschip 6) Schip van olievervoer 7) Schip dat petroleum vervoert 8) Tankschip 9) Bulkvaartuig 10) Vrachtschip 11) Petroleumtanker 12) Vervoermiddel voor olie 
tanker die dient om ruwe olie te transporteren
tankschip voor het vervoer van aardoliedestilaten/vloeibare brandstoffen. Meestal kortweg tanker genoemd. [ Afbeeldingen ] Men kent naast de gewone olietanker ondermeer olieboten en bunkervaartuigen .