opgebruiken werkw. Uitspraak: [ 'ɔpxəbrœykə(n) ] Afbreekpatroon: op·ge·brui·ken Vervoegingen: gebruikte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgebruikt (volt.deelw.) iets gebruiken tot het verdwenen is Voorbeelden: 'Mijn zakgeld van deze week is al opgebruikt.' , 'De badkamer staat vol met potjes half opgebruikte huidcrème.' S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/opgebruiken