de ouderdag zelfst.naamw. (m.) 1) dag die iemand speciaal aan zijn of haar taken als ouder besteedt 2) dag die speciaal in het teken van ouders staat 3) dag dat ouders iets kunnen bezoeken waar hun kinderen werken, studeren of anderszins aan deelnemen ... de ouderdag zelfst.naamw. (m.) 1) dag die iemand speciaal aan zijn of haar taken als ouder besteedt 2) dag die speciaal in het teken van ouders staat 3) dag dat ouders iets kunnen bezoeken waar hun kinderen werken, studeren of anderszins aan deelnemen ...
de tijd dat iemand oud is; het laatste deel van iemands levende tijd dat iemand oud is; het laatste deel van iemands leven
ouderdom - Voorbeeld: ‘Zalia werd aan alle dingen onverschillig, zij dronk haar koffie zonder melk en voelde van langs om meer de oudedag’ ouderdom - Voorbeeld: ‘Zalia werd aan alle dingen onverschillig, zij dronk haar koffie zonder melk en voelde van langs om meer de oudedag’