de papegaai zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ pɑpəˈxaj, papəˈxaj ] Afbreekpatroon: pa·pe·gaai Verbuigingen: papegaaien (meerv.) vogel met kleurige veren Synoniemen: ara kaketoe nabauwer Intensiveringen Hoe kun je met papegaai een ander begrip versterken? high als een papegaai ; Gevonden op https://woorden.org/woord/papegaai
veelal tropische, mooi gekleurde vogel met een korte, kromme snavel en klauwen waarmee hij goed kan grijpen en klimmen, die krijst, maar ook de menselijke taal kan nabootsen en daarom vaak in een kooi als huisdier wordt gehouden; pratende vogel met kromsnavel iemand die onnadenkend of klakkeloos herhaalt wat een ander zegt; naprater Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/papegaai
tropische, gekleurde vogel die soms kan praten vb: bij de ingang van de dierentuin zaten de papegaaien op hun stok Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
over het achterschip uitstekende boom , waaraan de schoot van de druil bevestigd is. Zie ook uitlegger en papegaaistok . Mogelijk een watersportersterm . Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=papegaai