de parade zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ paˈradə ] Afbreekpatroon: pa·ra·de Verbuigingen: parades (meerv.) feestelijke of plechtige rij lopende soldaten Synoniemen: defilé inspectie opvoering show staatsie vertoning voorstelling Spreekwoorden en zegswijzen • grote parade en klein garnizoen (=een grote v...
1) Tegenweer 2) Praalvertoon 3) Afweer 4) Pronk 5) Ogenschouw 6) Muzikaal amusement 7) Show 8) Wapenschouw 9) Wapenschouwing 10) Schermterm 11) Machtsvertoon 12) Feesttocht 13) Feestelijke wapenschouw 14) Feestelijke stoet 15) Troepenschouw 16) Feestelijke optocht 17) Kijkspel 18) Vertoon 19) Vertoning 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Parade``] 1o. Zie Schermkunst, 2o. Zie Rijden. 3o. Een militair schouwspel; de troepen, die P. moeten maken voor eenen vorst of eenen hoogen bevelhebber stellen zich in groote tenue, in verschillende liniën, hetzij in linie of in kolonne op, waarbi..
ceremoniële inspectie
ceremoni?le optocht (toon de herkomst via de etymologiebank)
feestelijke optocht van soldaten vb: tijdens de paraden demonstreerden zij hun wapens
•schouwspel in de vorm van een optocht, al of niet van militaire aard.
ceremoniële inspectie