Let op: Spelling van 1858 de burger- of stadsadel. Patriciërs, de adellijke burgers in het oude Rome; de afstammelingen der voormalige senatoren en raadsheeren in de oude rijkssteden, waarop, bij de vervulling der plaatsen in den raad, bijzonder acht geslagen werd. Patrice familie, een oud-adellijk ges... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
[geschiedenis middeleeuwen] Enigszins vage verzamelnaam voor de bovenlaag van burgers, waaruit het stadsbestuur voortkwam. Zij behoorden tot de rijkste inwoners en bezaten meestal grote delen van de stadsgrond in eigendom of erfpacht. Zie ook poorter, schepenen, burgemeesters en vroedschap. Gevonden op https://www.cultureelwoordenboek.nl/geschiedenis-middeleeuwen/patriciaat
Begrippenlijst: Nederland 1648-1780 - de sociale bovenlaag van de bevolking (adel en rijke burgerij) die de bestuursfucties in handen hadden en over het algemeen leefden van de opbrengst van hun bezittingen, men noemde hen patriciërs Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10676
De geldaristocratie in de middeleeuwse stad; de aanzienlijke niet-adellijke geslachten die al vele generaties lang belangrijke functies in het stadsbestuur vervullen.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10772