de praline zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ pra'linə ] Afbreekpatroon: pra·li·ne Verbuigingen: pralines (meerv.) luxe chocolaatje met vulling Synoniem: bonbon 
1) Chocolade 2) Belgische bonbon 3) Chocolade lekkernij 4) Chocolaatje 5) Lekkernij 6) Suikeramandel 7) Zoetigheid 8) Bonbon 9) Chocoladelekkernij 10) Bonbonvulling 11) Chocoladesnoepje 12) Stukje suikergoed 13) Snoepgoed 14) Chocoladebonbon 15) Stuk zoetigheid 1) Vulling voor chocoladebonbons 
lekkernij die bestaat uit een omhulsel van chocolade gevuld met suikerwerk, likeur of crème in diverse smaken; bonbon
bonbon
bonbon (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een 'praline' is een specifiek type chocoladebonbon. De praline is een specialiteit van België en dan met name van de stad Brussel.
•een met suiker bedekte en gebrande amandel. •een bonbon die bestaat uit een chocolade omhulsel, amandelcrème en suikerbrij, soms met een likeurtje erin. •bonbon in het algemeen.
Een praline is een bonbon met een glazuren of chocolade laagje eromheen. Van binnen is hij romig net zoals melk, boter of slagroom. Het kan ook nog verschillende andere vullingen hebben, soms zit er zelfs fruit of likeur in. Oorspronkelijk komt deze delicatesse uit België en hier worden ook de lekkerste pralines gemaakt, vinden veel mensen.