het prevelen, mompeling - Voorbeeld: ‘Zijn ogen keken ergens in een onbepaalde verte, alsof ze zagen gebeuren 't geen hij met stille preveling, zo zachtjes, zo traag, maar met zoveel overtuiging vertelde’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php