Let op: Spelling (deels) uit 1864: [bedrijvend werkwoord] [gelijkvloeiend] (ik remitteerde, heb geremitteerd), terugzenden; weder ter hand stellen; overmaken (geld of wissels); verminderen; afslag geven; kwijtschelden. Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/cali003nieu01/cali003nieu01_0021.htm