
de rolstoelgebruiker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'rɔlstulxəbrœykər ] Verbuigingen: rolstoelgebruikers (meerv.)
iemand die met een rolstoel rijdt Voorbeelden: 'aangepast sanitair voor rolstoelgebruikers' , 'Een groot aantal openbare ruimtes is niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers.' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/rolstoelgebruiker
Geen exacte overeenkomst gevonden.