de ruwaard zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: ruwaards 1) landvoogd, persoon die bij ontstentenis van de landsheer een land of gewest bestuurde 2) zwaar beslagwerk van rijshout om een uitstekende hoek van een dijk tegen stroom en ijs te beschermen Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ruwaard
Let op: Spelling van 1858 (van ruwe, rust en waren, bewaren) eigenlijk rustbewaarder; wijders, een bestuurder van zeker landschap, zoo als dat van Voorne en Putten: Jan de Witt, en zijn broeder de ruwaard Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/