
Spreekwoorden: (1914)
Het schuifje krijgen,in de biecht geen absolutie krijgen; eig. het schuifken zien toegaan, zonder dat de biechtvader de absolutie gegeven heeft; Harreb. II, 262 a: Hij krijgt het schuifje, dat is: hij wordt niet gehoord, maar ongetroost weggezonden. Algemeen in Zuid-Nederland: het schuifken geven, -...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Het schuifje krijgen,in de biecht geen absolutie krijgen; eig. het schuifken zien toegaan, zonder dat de biechtvader de absolutie gegeven heeft; Harreb. II, 262 a: Hij krijgt het schuifje, dat is: hij wordt niet gehoord, maar ongetroost weggezonden. Algemeen in Zuid-Nederland: het schuifken geven, -...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.