speeltafel zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: speel·ta·fel Verbuigingen: speeltafels (meerv.) Verbuigingen: speeltafeltje (verkleinwoord) 1) een meubelstuk om te gebruiken als tafel bij één of ander spel Voorbeeld: 'In het casino was het druk, geen speeltafel was onbezet.' 2) het geheel van toetsen, pedalen, en ander...
1) Abacus 2) Credenstafeltje 3) Deel van een casino 4) Deel van een orgel 5) Drank 6) Groene tafel 7) Van spelt gebrouwen bier 1) Klavier 2) Speltafel 
De speeltafel of speelinrichting is de naam die men geeft aan het meubel bestaande uit bank, voetsteun, klavieren, registertrekkers en andere speelhulp. Claviatuur is een andere benaming, waarin nog de etymologische verwantschap met klavier te zien is.