de spuiter zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: spuiters Verbuigingen: spuitertje 1) iemand die spuit (brandweerman, gifspuiter in de landbouw, verfspuiter, drugsgebruiker) door de laatste betekenis heeft een een wat negatieve betekenis gekregen 2) iets dat spuit zoals een fontein 3) oliebron waar de olie on...
1) Joker 2) Gereedschap 3) Opening waar water uit spuit 4) Fontein 5) Spuisluis 6) Clown 7) Aan verdovende middelen verslaafde 8) Drugsverslaafspuit 9) Junk 10) Drugsverslaafde 11) Grappenmaker 12) Aanbrenger van lak 13) Wilde petroleumbron 14) Metaalbewerker 15) Iemand die autolak aanbrengt 16) Verslaafde die drugs inspuit 
iemand die iets spuit Zie de onderstaande woordfamilie en de specifiekere subbetekenissen. iemand die voor zijn beroep schilder is en daarbij met een verfpistool werkt; schilder die de verf spuitend aanbrengt; verfspuiter iemand die graffiti aanbrengt; graffitispuiter iemand die doping spuit om zo op hoog niveau topprestaties te kunnen leveren; spo...
[jongerentaal] gangmaker
Gangmaker
Straattaal voor: Gangmaker
[slang] gangmaker