specificeren werkw. Uitspraak: [ spesifi'serə(n) ] Afbreekpatroon: spe·ci·fi·ce·ren Vervoegingen: specificeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gespecificeerd (volt.deelw.) afzonderlijke onderdelen van een geheel opsommen Voorbeeld: 'een totaalbedrag specificeren' Synoniemen: detailleren specifieren 
1) Detailleren 2) Omschrijven 3) Nader aanduiden 4) Specifieren 5) Toelichten 6) Opgeven in bijzonderheden 
afzonderlijk opgeven
onderscheiden stap in het inkoopproces waarbij vastgesteld wordt aan welke eigenschappen het in te kopen product dient te voldoen. 
Het beschrijven van een geheel door de afzonderlijke onderdelen waaruit het bestaat te benoemen.
in onderdelen beschrijven (toon de herkomst via de etymologiebank)
zeggen wat het betekent vb: ik zal specificeren wat ik bedoel Synoniemen: uitleggen verklaren toelichten uiteenzetten duiden expliciteren ontvouwen ophelderen
nader aanduiden, detailleren Voorbeeld: Kun je dat specificeren?