[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Amerikaans), letterlijk
boomstam, fig. een geïmproviseerde spreekplaats; het meest van politieke sprekers gebruikt: de redenaar heet
stump-orator, zijne rede een
stump-speech, van den stemmenwerver heet het dan ook, dat hij is
on the stump.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.