
de terugweg zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ təˈrʏxwɛx ] Afbreekpatroon: te·rug·weg Verbuigingen: terugwegen (meerv.)
weg of reis die voert naar waar je vandaan komt Voorbeelden: 'op de terugweg' , 'De terugweg duurde veel langer.' Antoniem: heenweg Synoniemen: heenweg (antoniem)
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/terugweg

1) Route naar huis 2) Weg naar het punt van uitgang 3) Retour 4) Thuisreis
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Terugweg/1
het gaan naar het punt waar je vertrokken was vb: op de terugweg naar huis, nam ik boodschappen mee
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.