
de trouwdag zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'trɑudɑx ] Afbreekpatroon: trouw·dag Verbuigingen: trouwdagen (meerv.)
dag waarop je met je partner trouwt of getrouwd bent Voorbeelden: 'Zij droeg op haar trouwdag een lange witte jurk met een sleep.' , 'ieder jaar je trouwdag vieren' Synoniem: huwelijksdag Synoniemen: bruiloftsdag huwelijksd...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/trouwdag

1) Bruiloftsdag 2) Viering van een gedenkdag 3) Huwelijksdatum 4) Huwelijksdag 5) Datum van trouwen 6) Feestelijke herdenking
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Trouwdag/1

dag waarop iemand trouwt; huwelijksdag dag waarop men destijds is getrouwd en zijn huwelijk herdenkt; huwelijksverjaardag
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/trouwdag

Een 'trouwdag', 'huwelijksverjaardag' of 'huwelijksjubileum' is een moment waarop mensen de dag vieren dat zij een bepaald aantal jaren zijn getrouwd. Net als huwelijken, komt het ook bij een zoveeljarig dienstverband of bestaan van een organisatie voor dat dit wordt gevierd.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Trouwdag

Trouwdag is de dag waarop je in het huwelijk treedt.
[basiswoordenlijst groep 5]Gevonden op
https://wikikids.nl/Trouwdag
Geen exacte overeenkomst gevonden.