
uitrichten werkw. Uitspraak: [ 'œytrɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: uit·rich·ten Vervoegingen: richtte uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgericht (volt.deelw.)
handelen op een manier die resultaat heeft Voorbeeld: 'De kustwacht kan weinig uitrichten tegen de goed georganiseerde smokkelbendes.' Synoniemen: bewerken doen handelen ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitrichten

1) Ten uitvoer brengen 2) Uithalen 3) Verrichten 4) Handelen 5) Tot stand brengen 6) Uitvoeren 7) Bedrijven 8) Bewerken 9) Doen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitrichten/1
iets doen wat resultaat heeft vb: de dokter kon niets meer uitrichten voor de patiënt
Gevonden op
https://www.muiswerk.nl/mowb/?word=uitrichten
Geen exacte overeenkomst gevonden.