uitrukken werkw. Uitspraak: [ 'œytrʏkə(n) ] Afbreekpatroon: uit·ruk·ken Vervoegingen: rukte uit (verl.tijd enkelv.) 1) op een ruwe manier verwijderen Voorbeeld: 'Er zijn mensen die haren uitrukken als ze tv kijken of lezen, of als ze zitten te studeren.' 2) snel ergens naar toe gaan waar dat nodig is Vervoeginge... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitrukken