
uitspringen werkw. Afbreekpatroon: uit·sprin·gen Verbuigingen: sprong uit Vervoegingen: uitgesprongen (volt.deelw.)
1) naar buiten, vooruitsteken. Voorbeeld: 'Die punt springt een stukje uit.'
2) met een sprong naar buiten gaan Voorbeeld: 'Hij was het raam uitgesprongen.' . Synoniemen: afsteken opvallen uitstaan ui...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitspringen

1) Afsteken 2) Opvallen 3) Uitstaan 4) Uitsteken 5) Vooruitspringen 6) Vooruitsteken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitspringen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.