
uitwijden werkw. Afbreekpatroon: uit·wij·den Verbuigingen: wijdde uit Vervoegingen: uitgewijd (volt.deelw.)
1) wijder maken Voorbeeld: 'Je hebt die trui daarmee wel erg uitgewijd.'
2) wijder worden Voorbeeld: 'De weg was geleidelijk uitgewijd, nadat we de nauwe pas verlaten hadden.' . Taaladvies Is het uitwijden of...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitwijden
Geen exacte overeenkomst gevonden.